Elvis’ fotograaf Ed Bonja is vannacht op 74-jarige leeftijd overleden in Berlijn. Bonja lag sinds enkele dagen op intensieve zorgen en helaas kwam vannacht een einde aan het leven van de man die prachtige foto’s maakte van Elvis van 1970 tot 1975. Van 1970 tot 1977 stond het leven van Ed Bonja volledig in het teken van Elvis Presley. De in Chicago geboren Bonja studeerde Industriële Kunsten en Frans aan de California State University in Los Angeles. In de late jaren veertig ontmoette hij Thomas Parker, toen nog niet bekend onder de naam Colonel Parker, die vaak bij hem thuis kwam. Parker, van geboorte Nedelander, was impresario en best bekend als manager van Elvis Presley. In juni 1964 werkte Bonja, tijdens de opnames van de film 'Girl Happy, voor de Colonel. Daar ontmoette hij Elvis voor het eerst.

Toen Elvis in 1970 besloot een serie live concert tours te doen, werd Bonja door Colonel Parker gevraagd om als manusje van alles mee te komen. En zo laadde en loste Ed materiaal en apparatuur en verkocht hij Elvis-souvenirs. Doordat de Colonel wist dat Ed een studie fotografie was begonnen, stelde hij voor dat hij ook zijn camera mee nam. Dan kon hij gedurende de concerten alle foto's maken die hij wilde. Dat was het begin van een collectie van duizenden Elvis-afbeeldingen. Tijdens zijn studie reisde Ed steeds enkele weken mee met de tour, om vervolgens weer terug te keren in de schoolbanken. Toen hij in 1971 zijn opleiding voltooide, kon hij direct beginnen als fulltime assistent van de Colonel. In de jaren zeventig werden zijn foto's gebruikt voor alle souvenirboeken, posters, buttons en overige publiciteit voor Elvis. Ook schoot hij de foto's voor de covers van tientallen LP's en CD's. Zijn mooiste afbeeldingen worden regelmatig geëxposeerd en kunnen nog steeds op een grote belangstelling rekenen.