magazine_cover
© 2007-2024 Elvismatters vzw
Elvis and Elvis Presley are Registered Trademarks of Elvis Presley Enterprises Inc.
ElvisMatters is an officially recognized Elvis Presley Fanclub.
   
 
Elvis-muzikant: zijn werklust was fenomenaal
 
Jack Feierman, Elvis-muzikant in ’68 en ’70:
“Zijn werklust was fenomenaal”

Kijk, zo hebben we ze graag: onbekende namen die plots een wereld aan leuke weetjes blootgeven. Jack Feierman – de naam zegt u wellicht niets – is de enige nog levende muzikant die voor Elvis werkte in 1968 (Comeback Special) én in 1970 (eerste road show). Dat vraagt om een gesprek.

Jack, alvast bedankt voor de tijd die je voor ons wil nemen.

Met alle plezier, ik doe niets liever dan over muziek praten.

Om met de deur in huis te vallen: wie de 68 Comeback Special bekijkt, ziet nergens een orkest – terwijl jij toch ingehuurd werd als trompettist.
Klopt. We kwamen niet in beeld, en het grootste deel van ons werk bestond erin de muziek op voorhand op band te zetten. Maar als je naar de special luistert, hoor je het orkest wel natuurlijk. We deden zowel pre-recordings als live opnames met Elvis. Luister maar eens naar de kopersectie in “All Shook Up”, bijvoorbeeld.

Welk orkest was dat? Ik kan me niet herinneren dat het een specifieke naam had.
Het NBC Show Orkest. We werkten als onafhankelijke muzikanten voor NBC, telkens de zender ons nodig had. Dit keer belden ze me omdat er een show aankwam met Elvis.

Kreeg je toen de kans om met Elvis te praten?
Nee. Er gebeurde teveel op hetzelfde moment: opnames hier, repetities daar. Voor zover ik me kan herinneren, waren er meer dan 100 mensen bij de hele productie betrokken, en dan stap je niet zomaar op de ster af, voor een babbeltje. Ik sprak ‘m pas enkele jaren later voor het eerst, toen we on tour waren.

Hoe kwam je dan van de 68 Comeback Special in de Presley Road Show terecht? Ik dacht dat voor beide shows volstrekt andere muzikanten aangetrokken werden.
Joe Guercio belde me. Hij kende me van shows die ik deed in Las Vegas, en vroeg me of ik interesse had om ‘on the road’ te gaan. Het was zijn eerste tournee met Elvis, en niet alle leden van het Las Vegas Hilton-huisorkest wilden op tour. Bovendien kende ik Ronnie Tutt nog, uit de tijd dat ik het orkest van Andy Williams dirigeerde. Op tournee gaan met Elvis was dus in de eerste plaats rondtrekken met vrienden.

Toen ook sprak je voor het eerst met Elvis?
Ja. Die tour eindigde in het LA Forum, in Los Angeles, in november 1970. Het was backstage, voor of na de show, ik kan het me niet meer zo scherp herinneren. Elvis wandelde voorbij, en ik stapte op ‘m af om hem een hand te geven. Zo informeel was het: hij was op dat ogenblik de grootste ster ter wereld, maar in omgang met mensen was hij een heel gewone, vriendelijke kerel. Het was geen ‘diepgaand’ gesprek ofzo: heel gewoon, hem gelukwensen met de show, me voorstellen, dat soort dingen. Elvis nam de tijd om te luisteren en zei me dat hij het geweldig vond dat ik in zijn show zat. Zo maken ze ze niet meer: altijd vriendelijk, zelfs voor de trompettisten (lacht).

Hoe herinner je je Elvis?
Wat het meest indruk op me maakte, was zijn inzet tijdens de ’68 Comeback Special. Hij was een ontzettend harde werker. Hij wilde alles perfect hebben, en blééf maar nieuwe takes uit z’n mouw schudden. Andere artiesten zouden allang tevreden geweest zijn na 20 pogingen. Voor Elvis begon het toen pas: hij eiste absolute perfectie van zichzelf, toen. Op een stoel zitten, en stilletjes wachten tot de opnames voorbij waren – not a chance! Ik was erg onder de indruk van zoveel professionalisme.
Daarnaast zal het beeld me altijd bijblijven, van Elvis die voor een publiek van 15.000 man, vaak meer, het podium opstapte. Er zijn geen woorden genoeg om dat te beschrijven. Het was pure en onvoorstelbare magie. De manier waarop zijn fans schreeuwden en riepen, ik heb het nooit meer meegemaakt. Buiten-wereldlijks, bijna. Ik stond erbij, en keek m’n ogen uit.

Hoeveel tours maakte je mee met Elvis?
Een maar. Ik was een drukbezette sessiemuzikant destijds, en toen de tweede tournee eraan kwam, was ik al geboekt. Joe huurde toen een andere trompettist in, en ik vermoed dat die jongen gebleven is.

Heb je nooit geprobeerd een foto te laten maken van jou en Elvis?
Neen, dat zou niet oké geweest zijn.

Geen spijt van?
Neen, niet echt. Ik werd ingehuurd als trompetspeler in het orkest, en dan moet je je plaats kennen. Wat afstand bewaren, ook, ieders privacy respecteren. Kijk maar naar de andere leden van zijn band: hoeveel geposeerde foto’s bestaan er van Elvis en James Burton, of Elvis en Ronnie Tutt? De foto’s die er zijn, werden allemaal per toeval genomen. Maar ik heb mijn geheugen nog, en da’s even belangrijk: ook al is het bijna 40 jaar geleden, ik zie hem nog steeds met z’n zwart lederen pak de boksring van het NBC-gebouw opstappen. Die herinnering neemt niemand me af. Bovendien heb ik mijn deel van foto’s wel hoor, ik heb er zelfs één waarop ik poseer met the Beatles. Elvis en ik op foto: het zou leuk geweest zijn als souvenir, maar het was simpelweg ‘not done’.

Ben je nog steeds actief als muzikant?
Absoluut, tot de laatste dag van mijn leven. Mensen zeggen me vaak: ‘Jack, je bent oud genoeg om op pensioen te gaan. Dan kan je doen wat je wil’. Wel, muziek maken ís wat ik wil. Het zit in ons bloed, denk ik.

gepubliceerd op 01 juni 2006 door Peter Verbruggen.
Overname van dit artikel is toegestaan mits met bronvermelding: www.elvismatters.com. ©2006.
 
Follow ElvisMatters on Twitter
FTD 7" - Fun In Acapulco