magazine_cover
© 2007-2024 Elvismatters vzw
Elvis and Elvis Presley are Registered Trademarks of Elvis Presley Enterprises Inc.
ElvisMatters is an officially recognized Elvis Presley Fanclub.
   
 
Exclusief: interview met Annette Day
 
Exclusief: Annette Day over haar eerste en enige film
“Het was een sprookje”

Hoe raar kan het leven zijn? Annette Day was amper 17 toen ze in het antiekwinkeltje van haar ouders in Londen, plots een wildvreemde Amerikaan voor zich kreeg die de vraag stelde die haar hele leven zou veranderen: “Zou je in een film met Elvis Presley willen spelen?” Die film werd “Double Trouble” en de rest... is geschiedenis. Speciaal voor deze club doorbrak Annette Day (57) het jarenlange stilzwijgen. “Ik doe geen interviews meer”, zegt ze zelf. “Mijn privacy is me vandaag meer waard.” In aanloop van het nieuwe EM-boek over Double Trouble (december 2006), publiceren nu al enkele fragmenten uit het lange, exclusieve gesprek dat we met de sympathieke Annette Day hadden.

- Peter Verbruggen


2006 betekent meteen de 40ste verjaardag van de opnames van “Double Trouble”. Heb je er bij stil gestaan dat het alweer zolang geleden was, sinds je je enige film maakte?
“Toch wel. Net zoals verjaardagen: je staat er toch altijd even bij stil dat je weer een jaartje ouder bent.”

Bekijk je de film nog wel eens?
“Heel uitzonderlijk. En telkens ik de film zie, schaam ik me.”

Oei, waarom?
“Omwille van mijn acteerprestaties, eigenlijk.”

Het was natuurlijk je eerste film, en je was pas 17.
“Heel juist, en ik had nog àlles te leren. Maar de momenten die ik toen beleefde, waren fantastisch.”

Als je met een ongemakkelijk gevoel terugkijkt, betekent dat dan dat je de rol niet meer zou aangenomen hebben, mocht je opnieuw kunnen kiezen?
“O, zeker wel. Ik besef hoeveel geluk ik gehad heb. Als je ouder wordt, kijk je toch altijd terug op je leven. Ieder heeft zijn eigen herinneringen, maar ik heb het geluk gehad dingen te mogen doen die maar heel weinig mensen overkwamen. Dus, ja: ik zou het opnieuw doen, want die herinneringen neemt niemand me af.”

Was je een Elvisfan vóór je Elvis ontmoette?
“Ik zou niet zeggen ‘fan’. Ik hield van zijn muziek, maar je moet weten dat ik opgroeide in Engeland, en midden jaren ‘60 hadden heel wat andere artiesten hier een vaste schare fans. Maar ik had wel wat platen van hem, een tweetal denk ik, en ik kende zijn muziek.”

En dan, op zekere dag, wandelde iemand binnen in de winkel van je ouders, aan Portobello Road in Londen, producer Judd Bernard, en die vraagt langs z’n neus of je in een Elvis-film wil meespelen.
“Wel, Judd was vroeger al eens langsgekomen. Hij had zelfs een bontjas voor z’n vrouw gekocht in de winkel naast de onze. Maar toen hij terugkwam, stelde hij volkomen onverwacht dé vraag: ‘wat zou je ervan vinden om een film met Elvis te maken?’ En ik dacht: ‘O God, hier staat er wéér eentje...’ Ik riep er uiteindelijk toch mijn vader bij, en we spraken af om dezelfde avond naar zijn hotel, het Hilton, te komen om de aanbieding beter te bekijken. Het moést maar eens écht zijn... Uiteindelijk bleek dat het aanbod heel ernstig was, en werd een datum voor een screentest afgesproken, in Amerika.”

Maar je was amper 17, toen? Ik bedoel maar: minderjarig.
“17 en een half, eigenlijk.”

Ik neem aan dat je ouders meereisden met je?
“Eu, nee. Mijn broer woonde op dat ogenlik in Amerika, en hij was bij de Royal Marines. Hij zou voor me zorgen, in Amerika. Al bleek hij bij mijn aankomst net op maneuvers te zijn, dus zag ik hem pas een paar dagen later.”

Het moet een hele ervaring geweest zijn, voor een meisje van 17 in een wildvreemd land.
“Dat was het zeker. Maar ik ontmoette heel snel al film-director Norman Taurog, en de hele crew, en dat stelde me gerust. Een dag later deed ik de screen-test, en ik wist dat ze me op elk moment naar huis konden sturen. Als de test niet ok was geweest, zouden ze het zeker gedaan hebben. Maar dat gebeurde niet: kort na de screentest riep Norman me in zijn kantoor, en zei ‘je hebt de rol’.”

Hoedanook moet het een bizarre tijd geweest zijn: een meisje van 17 wordt door een onbekende producer weggehaald uit een Londens antiekwinkeltje om de hoofdrol in een Elvis-film te spelen...
“We spreken over de sixties hé, toen alles mogelijk was en de gekste dingen eerst gebeurden. Het was een periode waarin jonge mensen enorme kansen kregen, en ik was één van hen.”

Wanneer ontmoette je Elvis voor het eerst?
“Een paar dagen nadat ik zeker wist dat ik de film mocht doen, werd ik opgeroepen om kleding te passen. Ik zat in de studio te wachten, toen Elvis z’n hoofd door de deur stak en zei ‘Hi Annette’. Hij kwam binnen, ging naast me zitten, en we kletsten even. Het was een heel aangename, vriendelijke kennismaking.”

Was je nerveus?
“Nerveus? Doodsbang was ik. Ik dacht nog: ‘ik hoop maar dat hij niet naar mijn knieën kijkt, want die knikten van de spanning.”

Hoe kalmeerde hij je dan?
“Hij deed heel normaal, alsof hij me al jaren kende. Geen kapsones, hij vertelde over de films die hij al gemaakt had, en stelde me honderduit vragen over Engeland. Hij was erg geïnteresseerd in wat ik te zeggen had, en de spanning smolt weg als sneeuw voor de zon. Het duurde uiteindelijk niet lang voor ik besefte: dit is een sprookje.”

Weet je eigenlijk waarom de film zich in België en Londen afspeelt?
“Nee, daar heb ik nooit een uitleg voor gekregen. Ik weet wel waarom ze een Londense meid wilden: het accent moest typisch Brits zijn.”

Elvis kocht je een auto, op zekere dag. Wat ik nooit begrepen heb: waarom bracht je de auto niet mee naar Engeland? Het stuur staat wel aan de verkeerde kant, maar de wagen zou nu een museumstuk zijn.
“Wel, ik heb geïnformeerd naar de kostprijs, en die was zo hoog dat ik er niet aan begon. Ik vond er niets beter op dan de auto aan mijn broer te geven, in Amerika.”

Heb je ooit foto’s van de auto genomen, als souvenir?
“Zeker. Heel wat zelfs, maar een jaar of 10, 15 geleden heb ik één keer toegestemd in een tv-interview. De filmploeg nam alle foto’s mee, en toen het pakketje terugkwam, bleek meer dan de helft verdwenen te zijn. Ik was ongelooflijk teleurgesteld, want ook de omslag met de privé-foto’s van Elvis en mezelf was weg.”

En de auto zelf?
“Ik vrees dat die nu in de Autohemel toertjes maakt. Hij werd goed gebruikt, tot hij compleet versleten was, en belandde toen op de schroothoop.”

Heb je eigenlijk nog wel een souvenir aan de film?
“Twee dingen nog: het originele script, en de acetate van ‘Old McDonald’. Dat plaatje speelde op de pick-up toen Elvis het nummer tegen me zong. Als je het op de pick-up legt, hoor je de studioverantwoordelijke aftellen vòòr het liedje begint. Een nummer dat Elvis overigens haatte als de pest: dat was een echte afknapper voor ‘m.”

Liet Elvis verstaan hoezeer hij het liedje haatte?
“Niet op een directe manier. Hij probeerde er het beste van te maken, en tijdens de opnames hebben we flink met elkaar gelachen. Hij was een grapjas, ook als de camera’s draaiden.”

Bleef je contact houden na de opnames?
“Neen. Ik heb wel afscheid van hem genomen, hij bedankte me voor de prettige samenwerking - en ik kreeg een heerlijke kus van ‘m. Maar nadien was het voorbij. Een jaar later huwde hij met Priscilla. Op dat gebied zaten z’n gedachten elders, denk ik.”

Waarom zien we je niet vaker op Elvis-meetings?
“Daar zijn eigenlijk twee redenen voor. Ten eerste ben ik 40 jaar ouder geworden, en ben ik uiteraard veranderd. Toch willen mensen dat je er nog precies hetzelfde uitziet als vroeger. En als dat niet is, valt hen dat tegen. Daarnaast heb ik ook een gezin. Ik ben gehuwd, heb kinderen, ik werk als directiesecretaresse, en ik heb besloten dàt deel van mijn leven privé te houden. Vandaar ook het feit dat ik nauwelijks nog interviews geef. Ik ben en blijf eeuwig Elvisfan, en Double Trouble was een prachtige ervaring, maar voor mezelf is dat hoofdstuk afgesloten.”

gepubliceerd op 01 september 2006 door Peter Verbruggen.
Overname van dit artikel is toegestaan mits met bronvermelding: www.elvismatters.com. ©2006.
 
Follow ElvisMatters on Twitter
FTD 7" - Pot Luck