magazine_cover
© 2007-2024 Elvismatters vzw
Elvis and Elvis Presley are Registered Trademarks of Elvis Presley Enterprises Inc.
ElvisMatters is an officially recognized Elvis Presley Fanclub.
   
 
Jumpsuits: de expert aan het woord
 
Jumpsuits All Access

Sinds eind april vindt in en om Graceland een tentoonstelling plaats waarin Elvis’ podiumkledij een belangrijke rol speelt. Zowel in de ‘raquetball building’, als het Sincerely Elvis Museum als ‘Elvis After Dark’ staan de stage suits van The King uitgestald. Prachtig om zien, en op zich een lovenswaardig initiatief omdat Elvis’ kleding altijd een bron van mythes, legendes en halve waarheden is geweest. Nu, met deze tentoonstelling zou men eens een goed overzicht kunnen verkrijgen. Niet alleen visueel maar ook vooral goed gedocumenteerd met belangrijke achtergrond informatie. Helaas… is niet alles wat het lijkt.

- Door Leroy Smith


Heeft Graceland gefaald in hun opzet om de pakken ‘foutloos’ te tonen? Het antwoord, jammer genoeg, is “ja”. Op zich verbaast mij dat niets want al vanaf de openstelling voor publiek in 1982 is Graceland kennelijk bezig met het bedenken van nieuwe mythes rond Elvis. Men schijnt er vooral op uit te zijn Elvis te promoten zoals zij zouden willen zien. Belangrijke gebeurtenissen worden uit Elvis’ leven verwijderd of zelfs gewijzigd. De doorgewinterde Elvis-fan, die doorgaans meer kennis van zaken met zich meedraagt dan de gemiddelde Elvis buddy, die jarenlang in Elvis nabijheid heeft geleefd, wordt meestal genegeerd. Met dit in het achterhoofd krijgt de tentoonstelling natuurlijk een hele andere lading. Ik wil graag even wat dieper met jullie op deze materie ingaan.

PIZAZZ DESIGNS

Elvis’ podiumkleding tussen 1968 en 1977 is net zo omstreden als Elvis zelf altijd is geweest. Niet zo verwonderlijk, want beide hebben een onuitwisbare plaats gekregen in ons collectief geheugen. Maar laat me beginnen met een mythe uit de weg ruimen, namelijk dat alle ontwerpen van de hand van kledingontwerper Bill Belew waren. Dit is gewoonweg niet waar. Bill Belew stond aan de wieg van de jumpsuits, die Elvis ging dragen en Bill heeft deze ontworpen tot 1971. Vanaf dat moment begonnen de overige opdrachten uit de artiestenwereld een dusdanige omvang te krijgen dat het voor Bill onmogelijk werd om exclusief voor Elvis te werken. Rond diezelfde tijd was er een jonge New Yorkse ontwerper genaamd Gene Doucette bij Pizazz Designs komen werken. Dit was het bedrijf waar de “versierselen” op het pak werden gezet. Gene gaf blijk van een enorme creativiteit op het gebied van ontwerpen en hij kreeg al gauw de opdrachten die Bill niet meer aankon. Tegen het begin van 1972 was Gene Doucette exclusief belast met het ontwerpen van Elvis’ jumpsuits. Dit is in de Elvis wereld altijd een publiek geheim geweest. Iedereen wist waar de jumpsuits vandaan kwamen behalve, gek genoeg, Elvis zelf. In de toekomstige ledenzone van het ElvisMatters Forum wil ik ook daar graag wat dieper op ingaan.
Ik wil het één en ander nu terugkoppelen naar de Elvis Jumpsuits All Access tentoonstelling. Daar zowel Bill Belew en Gene Doucette de belangrijkste figuren zijn in Elvis’ kledinglijn is het opmerkelijk dat geen van beiden zijn betrokken bij de totstandkoming van de tentoonstelling. Zowel Bill als Gene bezitten een schat aan interessante anekdotes en achtergrondinformatie. Beide heren hebben Graceland benaderd en hun medewerking aangeboden. Deze medewerking zou dan bestaan uit het catalogiseren van de bestaande pakken en de reparaties en lopend onderhoud. Als dank voor dit aanbod stapelde Graceland contract op contract, met daarin allerlei clausules die veel meer beperkende waarden hadden dan dat het dingen mogelijk maakten. Het behoeft geen betoog dat Bill en Gene tot in het diepst van hun ziel teleurgesteld zijn door deze werkwijze.
Het resultaat is dat er nu een tentoonstelling loopt waarbij de staf van Graceland informatie verstrekt die onvolledig en in sommige gevallen zelfs naast de waarheid is. Jaartallen die niet deugen. Namen die niet correct zijn. Accessoires die zijn verwisseld en op het verkeerde pak terecht zijn gekomen. Plaatsnamen waar Elvis de betreffende pakken nooit heeft gedragen en ga zo nog maar even door. Er zijn verschillende ter zake deskundige fans geweest die in de pen zijn geklommen en Graceland hebben geconfronteerd met de vergissingen die zij hebben gemaakt. De reactie van Graceland is echter vasthoudend. Zij hebben de kennis van zaken, en wij weten van niets.

VERWARRING

Welke fouten maakt Graceland inzake de jumpsuit tentoonstelling? Allereerst de namen van de pakken. Velen zullen zich misschien niet realiseren dat de pakken een naam hadden. In sommige gevallen zelfs meerdere namen. In de eerste plaats is er de naam die de ontwerper aan het pak heeft gegeven. Dat heeft in alle gevallen te maken met het patroon van de versierselen op het pak. Bijna ieder pak heeft een bepaald thema en hieraan kan dus de naam worden ontleend. Dan is er ook nog een bijnaam. Ook deze komt veelal van de ontwerper af en heeft vaak te maken met de omstandigheden waaronder het pak werd vervaardigd. Vervolgens hebben we de namen die de fans aan het pak hebben gegeven. Deze namen komen voort uit onwetendheid en verwijzen meestal naar album-of singlehoezen, locaties en/gebouwen waar Elvis heeft opgetreden.
Ongelukkig genoeg heeft Graceland ervoor gekozen om de namen uit de laatste categorie te gebruiken. Hierdoor ontstaat er veel verwarring in communicatie. Want de purist zal gebruik willen maken van de oorspronkelijke namen, terwijl de gemiddelde fan moeite zal hebben om datgene wat hij reed jaren is gewend (ook al is het “verkeerd”) los te laten en een “nieuwe waarheid” aan te nemen. Persoonlijk vind ik dan ook dat Graceland een belangrijke kans heeft laten liggen om voor eens en voor altijd schoon schip te maken. Veel fans zullen het boekwerkje dat aansluit op de tentoonstelling gebruiken als uitgangspunt en belangrijke bronvermelding. De komende jaren blijven we dus opgescheept zitten met namen als “I Got Lucky Suit”, “Now Suit” en “Burning Love Suit” die op zich niet correct zijn.
Op 12 januari 2006 mocht ik Gene Doucette ontmoeten in Amsterdam en een dag met hem optrekken. Hij was in het gezelschap van Robert “Butch” Polston, eigenaar van B & K Enterprises. Deze firma vervaardigt exacte replica’s van Elvis’ jumpsuits, daarbij gebruikmakend van de originele stof, de originele patronen en machines. Butch doet dit in samenwerking met Bill Belew en Gene Doucette. Butch en zijn vrouw Kim onderhouden daarbuiten ook een innige vriendschap met Gene. In het gezelschap verkeren van deze heren voelt een fan zich als een kind in een speelgoedwinkel. Zeker als je, zoals ik, een ware jumpsuitfreak bent.
Gene toonde zich oprecht teleurgesteld over de manier waarop veel van zijn ontwerpen over het voetlicht werden gebracht. Niet alleen qua benamingen maar ook vooral vanwege het feit dat hij nooit de erkenning heeft gekregen die hij heeft verdiend. Bijna alle ontwerpen worden steevast op het conto van Bill Belew geschreven. Keer op keer wordt Bill de hemel in geprezen vanwege de vaak ingewikkelde en flamboyante patronen, terwijl hij eigenlijk niets anders deed dan lege pakken naar Gene sturen met de boodschap: “Help me! Elvis wil een nieuw pak!” Meestal zaten Gene en zijn kleine crew tot diep in de nacht te werken, vaak een race tegen de klok, om weer een nieuwe creatie te lanceren. Heel vaak heeft Gene er de brui aan gegeven, puur uit frustratie omdat zijn creatieve talenten niet op waarde werden geschat. Gelukkig heeft dit niet tot blijvende bitterheid geleid. Gene en Bill kunnen tot op heden prima door één deur. Maar in de tijd dat Elvis leefde zijn de spanningen wel eens hoog opgelopen.

BREUK

Je zou dus kunnen stellen dat indien Gene betrokken zou zijn geweest bij de vorming van de jumpsuit tentoonstelling en het bijbehorende boek, dit de eerste vorm van erkenning zou zijn geweest bij een breder publiek. Er zou zoveel te vertellen zijn geweest, zoveel achtergrond verhalen. En Gene is een geboren verteller, die heel boeiend, werkend met kwinkslagen, allerlei anekdotes kan oplepelen. Als Gene en Butch (en in iets mindere mate Bill) betrokken zouden zijn geweest bij de Elvis Jumpsuits All Access tentoonstelling hadden de fans echt iets kunnen leren over het proces waarin een jumpsuit werd ontworpen. De oorsprong van de jumpsuit, de veranderingen die de jumpsuits door de jaren heen hebben ondergaan, de achtergronden van de patronen die werden gebruikt en het materiaal. Maar ook wat er met sommige pakken is gebeurd. En de soms behoorlijk emotionele taferelen die zich hebben afgespeeld. Hoeveel mensen bijvoorbeeld zouden weten dat de serie tweedelige pakken die Elvis in het begin van 1975 ging dragen bijna hebben geleid tot een definitieve breuk tussen Elvis en Bill Belew? Ik denk bijna niemand. In deze periode gaf Gene, na jaren te zijn genegeerd, er de brui aan. Bill moest het maar zien te redden. Nu is Bill meer de man van de lovertjes en de franjes. Dat resulteerde in de eerste instantie in een kleine serie lederen pakken die Elvis meestal maar éénmaal droeg. Toen kwamen de marineblauwe tweedelige kostuums, eenvoudig van opzet. Maar Elvis toonde zich ongelukkig met deze ontwerpen. Het waren namelijk jumpsuits zonder kraag en mouwen met daar overheen een colbert. Elvis kon het geheel combineren met diverse zijdeachtige shirts. Maar Elvis had het gevoel dat deze pakken zijn toenemende omvang eerder accentueerden dan maskeerden en liet Bill dan ook in niet mis te verstane woorden blijken dat er heel gauw met iets anders gekomen diende worden. Bill heeft Gene letterlijk gesmeekt het asjeblieft weer over te nemen omdat hij bang was anders Elvis’ klandizie te verliezen. Gene heeft zijn frustraties uiteindelijk verwerkt in, wat één van de mooiste jumpsuits genoemd mag worden: de “Chief” (bij velen beter bekend onder de naam “Indian Feather”)
Dit is slechts één voorbeeld van een situatie die juist op zo’n tentoonstelling veel mensen meer inzicht zouden verschaffen over het reilen en zeilen van de industrie die verantwoordelijk is voor de omvangrijke collectie podiumkledij. Maar in plaats van gebruik te maken van de voordelen van een samenwerking met de originele ontwerpers heeft het management van Graceland gekozen voor een solistisch optreden, gebruikmakend van de zéér beperkte kennis van zaken van de medewerkers. In plaats van mythes te ontkrachten hebben ze het tegendeel bereikt.
Bovendien, en dat vind ik eigenlijk nog het ergste van alles…. de echte harde kern van fans wordt absoluut niet serieus genomen. Zelfs met foto en documenten in de hand, die het bewijs leveren van de onkunde van de Graceland staf blijf je voor een gesloten “Music Gate” staan.

DE MISSERS IN DE JUMPSUIT-CATALOGUS

Toen de postbode me onlangs een grote kartonnen enveloppe overhandigde, was ik in de zevende hemel. Hierin zat het door de Graceland Archives uitgegeven boekwerk “Elvis Jumpsuits All Access.” Het werd door ElvisMatters aantal aangekocht zodat ook de fans die zich geen trip naar Graceland kunnen veroorloven in het bezit hiervan kunnen komen. Ik was dus ontzettend blij met deze catalogus, al bleef de euforie niet duren. Het boekje is zeker de moeite waard om aan te schaffen want er staan schitterende foto’s in van een aantal van Elvis kledingstukken op lekker groot formaat en geprint op papier van eersteklas kwaliteit, maar inhoudelijk gaan de teksten vaak de mist in. Een overzicht.

Op de omslag
Hier prijkt een foto van de 1973 “Arabian” (bij velen beter bekent onder de namen “Memphis Suit” of “King of Spades”). Hierin zit meteen al de eerste fout. De riem die men om dit pak heeft gegespt is niet de originele riem. Deze riem behoort namelijk toe aan een relatief onbekende jumpsuit met de naam 1973 “Multi Coloured Rainsuit”.

Op pagina 4
Een mooie foto van een bekende jumpsuit. Deze wordt door Graceland aangeduid als de “I Got Lucky Suit”. Nu is het zo dat deze jumpsuit is ontworpen, vervaardigd, gedragen én opgeborgen om nooit meer te gebruiken nog voordat de lp “I Got Lucky” werd uitgebracht. Op sommige forums wordt het pak zelfs aangeduid als “Apache”. Een email naar Butch Polston bracht uitkomst. Deze, door Bill Belew ontworpen jumpsuit heet officieel “Nail Swirl”. Kijkend naar het ontwerp zie je ook gelijk de logica van die naam in.

Op pagina 5
Een drietal pakken worden hier behandeld waarvan ik er twee even wil uitlichten. De twee versies van de karate pakken die Elvis in 1969 droeg. In het boek worden de namen gebruikt die door de fans zijn verzonnen. Ze worden aangeduid als “Herringbone Suits” Echter de invoice met bijbehorende prijzen vermeldt deze pakken als “Cossack Top Two-pieces” hetgeen duidelijk een verwijzing is naar de kraag van het pak.

Op pagina 6
Hier staat een jumpsuit afgebeeld onder de naam “On Stage”. Het is wel heel erg makkelijk om pakken te vernoemen naar albumhoezen. Helaas gebeurt het veelvuldig. Echter had men de moeite genomen om even contact op te nemen met de ontwerper dan had men kunnen vernemen dat dit pak is geboren onder de naam “White Cossack Top Jumpsuit”.

Op pagina 9
Hier staat een hoofdstukje over de “Cisco Kid’s”. Het enige foutje is de tekstuele vermelding dat het pak met de groene schouders op het album “He Touched Me” afgebeeld staat. Dit moet zijn het singletje “He Touched Me” want op het album prijkt de “Cisco Kid” met rode schouders.

Op pagina 10
Hier wordt een paarse jumpsuit getoond met de naam “Owl”. Nu is het zo dat er inderdaad een uil te vinden is op de gesp van de riem. Maar het ontwerp op het pak zelf verraadt toch duidelijk iets anders. Dit is de laatste jumpsuit uit een serie van drie, met ieder een iets afwijkend patroon. Vuurwerk. Officieel staat dit pak te boek als de “Royal Blue Fireworks”. Blauw? Ja, blauw. Ja, maar….. zul je zeggen….het pak is toch paars? Nu wel ja. Een foutje van de stomerij. Eigenlijk zijn alle pakken wit. Althans, de stof die is gebruikt is wit. Om een anders gekleurde jumpsuit te verkrijgen moest de stof worden geverfd. Daarom werden de pakken meestal gereinigd met koud water of naar een stomerij gebracht die zich bekwaamde in het zogenaamde “dry cleaning”. Voordat dit pak tentoongesteld kon worden moesten er eerst reparaties worden verricht en het moest worden gereinigd. Dit laatste is helaas niet volgens de regels gedaan. Graceland vermeldt dit gegeven echter niet en daardoor is er een hoop verwarring en discussie ontstaan.

Op pagina 12 & 13
Hier vinden wij een jumpsuit onder de benaming “Orange Target Suit”. Wederom een naam die door de fans is verzonnen. Officieel heet het “Orange Sunburst”. Er zijn drie ontwerpen van gemaakt, ieder met een iets afwijkend patroon en anders gekleurd. Daarvan zijn de “Orange Sunburst” en de “Blue Starburst” bekend. Niet bekend en volgens mij ook nog niet op foto’s gesignaleerd is de “Red Sunburst”. Gene Doucette vermeldde dit ontwerp in zijn gesprek met mij als zijnde ontworpen, gemaakt en afgeleverd. In het stukje tekst dat Graceland bij dit pak heeft gezet worden een aantal plaatsnamen vermeld. Hiervan mag je Roanoke, Tulsa, Charlotte en Greensboro schrappen.

Op pagina 14
Dit pak heet officieel de 1974 “American Eagle”. Ook zie je een jumpsuit met de naam “Stoned Eagle”. Rare naam die nog vreemdere associaties oproept. Officieel heet dit pak de 1973 “Thunderbird”. En het is geen adelaar die op het pak staat afgebeeld maar een condor, oftewel de nationale vogel van de Zuid-Amerkaanse landen. Gene Doucette had ook een bijnaam voor dit pak verzonnen als een soort “inside joke”: de “Buzzard”. De condor is namelijk niet gerelateerd aan de adelaar maar aan de buizerd.
Toch wel leuk hè? Via de pakken van Elvis pik je ook nog eens een stukje kennis uit het dierenrijk mee.

Op pagina 16 & 17
Hier komen we de jumpsuit tegen die ook de omslag van dit boekje siert. De 1973 “Arabian”.
Leuk detail is dat achter de bijnaam van dit pak, “Kitchen Sink Suit”, een heel verhaal schuilgaat. Joe Esposito nam telefonisch contact op met Bill Belew en gaf door dat Elvis een nieuw pak wilde. Als Elvis vandaag iets bestelde betekende dat doorgaans dat het gisteren al af had moeten zijn. Oftewel: haast.
Er was alleen één probleem. Niet genoeg materiaal voorhanden om met een degelijk uitgedacht concept te komen. En dus werden alle laden en kasten op de ontwerptafel omgekeerd om te kijken wat ze wel in huis hadden. Daarvan is een jumpsuit gemaakt. Waarschijnlijk één van de kleurrijkste en meest extravagante. Later zou Gene zeggen: “We used up everything except the kitchen sink!” Vandaar de bijnaam.

Op pagina 18
Hier vinden we een zwarte jumpsuit met de naam “Black Butterfly”. Dat is de correcte aanduiding. Wat echter niet correct is, is het jaartal 1971. Hoewel het ontwerp ongetwijfeld uit 1971 stamt is het in 1972 pas ontvangen en gedragen. Volgens Graceland Droeg Elvis het in Las Vegas en Lake Tahoe. Het eerste klopt, het tweede niet. Elvis heeft deze jumpsuit alleen gedragen in 1972 en gedurende dat hele jaar heeft hij geen enkele keer in Lake Tahoe gestaan.

Op pagina 19
Drie uitzonderlijk mooie jumpsuits. Twee versies van de “Black Spanish Flower” en één versie van de “White Spanish Flower”. De tekst vermeldt het jaartal 1971 maar dat zou moeten zijn 1973. Alledrie de jumpsuits beleefden hun debuut tijdens Elvis’ Aug/Sept 1973 seizoen in Las Vegas. In de tekst staat over de “White Spanish Flower” dat het “muli-colored rhinestones” bevat maar zelfs een ongeoefend oog ziet dat er slechts twee kleuren zijn: blauw en groen.

Op pagina 20
Weer een jumpsuit die wordt aangeduid onder een fannaam. De “Inca Gold”. Jammer dat de ontwerpers een ander continent in gedachten hadden, namelijk Egypte. De officiële benaming is dan ook “Egyptian”. Dat is dus een hele andere richting.

Op pagina 21
We blijven nog even in het Noord-Afrikaanse continent want ook het pak dat door de fans (en Graceland) wordt aangeduid als “Today Suit” heeft een Egyptische grondslag. Officieel heet het de 1973 “Pharao”. Op de originele riem zit zelfs een munt met daarop een afbeelding van Mozes met opgeheven stok. Mocht je ooit de film “The Ten Commandments” hebben gezien dan zul je zeker diverse patronen herkennen. Deze film kan worden gezien als een onuitputtelijke bron van inspiratie voor de Elvis-pakken.

Op pagina 24
Hier zien we een jumpsuit genaamd 1976 “Colourful Flame Suit”. Ik denk dat Graceland een beetje in de war is want ze refereren aan een tweede versie van dit pak. Volgens hen zijn er twee identieke versies. Eén met rood gevoerde “kick pleats” and één met oranje gevoerde “kick pleats”. Even checken met de denktank leert ons dat er echter maar één is. Althans, met geborduurde vlammen. De andere versie is een heel ander pak, namelijk degene die de meesten kennen als de 1973 “Red Flower”. Deze laatste heet oorspronkelijk 1973 “Fire Suit”.

Op pagina 25
Hier vinden we de jumpsuit die bij velen (inclusief Elvis) een favoriet genoemd mag worden. Bekend als “Indian Feather” maar officieel heet deze 1975 “Chief”. Op de foto staat het pak afgebeeld in combinatie met de originele gesp op de verkeerde riem. De riem hoort namelijk bij de 1974 “Egyptian”.

Op pagina 26
Een tweedelig pak compleet met cape. Graceland noemt deze combinatie de “Three piece Spanish Flower”. Echter toen ik een tekening van dit pak aan Gene Doucette liet zien reageerde hij met de kreet: “Ah, the “Light Blue Paisley Two-piece”! Zo heet hij dus.

Op pagina 27
Het enige dat ik hierbij kan vermelden is dat het aankleedteam van Graceland heeft gekozen voor de verkeerde kleur laarzen. Bij witte pakken droeg Elvis altijd witte laarzen.

Op pagina 28
Twee pakken en drie fouten. Jongens nog aan toe. Beiden pakken opereerden onder een andere naam. Het linkse pak wordt hier met de populaire naam “Gypsy” aangeduid. Offiecieel heet het echter 1975 “Eskimo Totem Pole”. Overigens geven ze dit in de begeleidende tekst wel toe maar gebruiken het vervolgens niet. Ook bij dit pak horen zwarte laarzen. De riem hoort bij één van de tweedelige pakken uit 1975. Dat men deze riem op dit pak heeft gezet is niet echt een fout daar Elvis in July 1975 dezelfde keuze maakte. Echter ze hebben de originele riem wel in huis dus zou ik persoonlijk daarvoor hebben gekozen. Het rechtse pak heet officieel de 1975 “Chicken Bone”. Ook hierbij geldt dat er zwarte laarzen bijhoren.

Op pagina 29
Hier hebben we weer een verwarring. Dit pak is altijd bekend geweest onder de naam “Blue Rainbow”. Toen ik echter Gene Doucette met deze naam confronteerde kreeg ik de wind van voren. Of ik wist hoe een regenboog eruit zag? Ja, dat wist ik wel. Nou, of ik ooit een blauwe regenboog had gezien? Nee, dat nog nooit. Toen legde Gene mij uit dat dit pak “Blue Swirl” heette. Toen was het mijn beurt. Ik vertelde hem dat we al een “Blue Swirl” uit 1972 hadden. Het pak dat Elvis ooit in combinatie droeg met een enorme spiegelriem. Gene wist meteen waar ik op doelde en legde mij uit dat dit pak de “Lucky Suit” was, zo genoemd vanwege de klavertjes vier die op het pak zitten. En de 1974 “Blue Swirl” was zo genoemd vanwege de krul in de blauwe banen. Swirl betekent krul.

Op pagina 30 & 31
Deze pagina’s bevatten een aantal verrassing voor mij. Op pagina 30 links onderaan een voor mij totaal onbekende cape. Dit soort publicaties doet je afvragen hoe het bijbehorende pak eruit gezien moet hebben. Op pagina 31 vinden we bovenaan de cape van de 1972 “White Pyramid”. Nooit heb ik kunnen vermoeden dat deze er zo uitzag. Een openbaring dus.

Op pagina 34
De laatste pagina bevat eveneens een vergissing. Afgebeeld staat de “Light Blue Paisley Jumpsuit”. Eén van de laatste ontwerpen voor Elvis’ augustus/september 1977 tour. Ik zeg bewust “één van de laatste…..” want het was er één uit vijf (!) nieuwe ontwerpen. Het pak is overigens wel af, maar nooit gedragen. Graceland zou er dus goed aan doen om het “Unworn Suit” te noemen of gewoon de ontwerpnaam te gebruiken in plaats van “Unfinished Suit”.

Ondanks mijn kritiek op de inhoud ben ik wel verheugd over de foto’s en ik zou dan ook willen benadrukken dat dit boekje zeker de moeite waard is om aan te schaffen. Mijn dank gaat uit naar ElvisMatters die deze uitgave in hun voorraad hebben willen opnemen en heel erg snel beschikbaar hebben gesteld aan de fans.


gepubliceerd op 01 december 2007 door Ron Rutten.
Overname van dit artikel is toegestaan mits met bronvermelding: www.elvismatters.com. ©2007.
 
Follow ElvisMatters on Twitter
FTD 5" - One Night In Vegas