magazine_cover
© 2007-2024 Elvismatters vzw
Elvis and Elvis Presley are Registered Trademarks of Elvis Presley Enterprises Inc.
ElvisMatters is an officially recognized Elvis Presley Fanclub.
   
 
Dubbel-interview met James Burton
 
Dubbelinterview met James Burton

“De energie die Elvis in 1969
uitstraalde, was ongelooflijk”

Als alles volgens plan verloopt, komt binnen enkele weken de FTD “Elvis In Person” uit, een verbeterde versie van de gelijknamige ‘oude LP’. De release is voorzien als dubbel-CD, zodat je wellicht twéé concerten voor de prijs van één krijgt. Ook naar het bijgeleverde info-boekje wordt het uitkijken. Het team van Ernst Jorgenson en Roger Semon (FTD-verantwoordelijken) slaagt er immers telkens in om leuke weetjes en zeldzame of onbekende documenten in het bijhorende boekje op te nemen. Per slot van rekening betekent deze uitgave, “Elvis In Person”, de terugkeer van Elvis naar de live shows in Vegas, en elders in Amerika.

Tegelijk biedt ElvisMatters z’n leden een unieke deal aan: wie deze FTD-CD in hius haalt, samen met de recentste releases “Nevada Nights” en “Elvis Country”, krijgt er van ons de promo-CD “Back In Vegas” gratis bovenop. 7 CD’s dus, voor de prijs van drie – en je krijgt er nog ledenkorting op! Een bespreking van “Nevada Nights” en “Elvis Country” vind je elders in dit blad, nu richten we het volglicht even op die allereerste Vegas-shows in 1969. Zoals bekend, stond Elvis te popelen om weer op de planken te mogen staan. Eén van de centrale figuren daarbij, was James Burton, een jonge gitaarheld die op dat moment aan een steile carrière bezig was, en gold als de meest invloedrijke gitarist uit Amerika. Hij had niet alleen de Ricky Nelson-sound gecreëerd, maar behoorde tot het selecte kransje van gitaristen die door zowat àlle grote namen gewild was. Het was voor James niet uitzonderlijk om zes opnamesessies pér dag te doen.
Veertig jaar later, blikt James Burton met ons terug op “het begin van Elvis’ derde carrière”. Onderstaand gesprek, ook te horen op de gratis promo-CD, werd op zaterdag 16 augustus (!) 2008 opgenomen in de kerk van Alden-Biesen, waar ElvisMatters de TCB Houseparty hield. Overigens vond het interview plaats in de Kasteelkerk, wat de lichte echo op de CD verklaart.

James, natuurlijk weet iedereen dat je met Elvis gewerkt hebt sinds 1969, maar eigenlijk heeft Elvis je in 1968 al gevraagd voor de Comeback Special.
Dat klopt. Ik kreeg in ’68 een telefoontje om de Comeback Special te doen. Helaas was ik toen niet beschikbaar. Ik werkte aan een album met Frank Sinatra, en producer Jimmy Boyd, en zij gaven mij niet de mogelijkheid dat te doen.

Sprak Elvis toen al over het concept van de ’68 Comeback Special? Wist je wat hij wilde doen?
Nee. Ze belden me toen ze in de stad (Los Angeles) waren. Steve, de producer, belde mij en ik vertelde ze dat ik moest werken. Ik heb toen een andere gitarist aanbevolen, een vriend van mij, maar ze hadden al veel gitaristen waar ze konden uit kiezen: het werd uiteindelijk Scotty, en natuurlijk drummer D.J., en muzikanten waar Elvis mee vertrouwd was. Maar Elvis wilde dat ik er bij was.

Zou je het aanbod hebben geaccepteerd als je de tijd had gehad?
Natuurlijk, maar ik was al geboekt en ik kon echt niet. Producer Jimmy Boyd gaf me geen dag vrij.

Wat vond je van Elvis’ muziek in de 60’s?
Ik vond het heel… leuk. Ik speelde in die tijd met Ricky Nelson en ik ben opgegroeid met die muziekstijl. Onze achtergronden kwamen heel erg overeen met de gospel en rhythm and blues en country muziek.

Volgde je zijn carrière tot en met 1968? Wist je waar hij mee bezig was?
Ik had het zelf heel druk. Ik nam ‘Susie Q’ op toen ik 15 was en deed mijn eerste film ‘Carnival Rock’ toen ik 16 was. En ik werkte met Ricky Nelson. Ik werkte met Bob Luman, een geweldige country- en rockabilly zanger. Het leek erg op Elvis’ stijl. We speelden beiden, niet tegelijkertijd, bij de Louisiana Hayride in de 50’s. Maar de presentator Horace Logan was de manager van Bob en hij koos ervoor om ons niet tegelijk met Elvis te laten optreden. Als Elvis kwam, gingen wij op tournee en als Elvis op tournee ging, dan gingen wij terug.

Toen in ’69 keerde Elvis terug naar het podium van het International Hotel.
Elvis belde mij in ’69 en vroeg me of ik een band kon samenstellen voor hem. We spraken wel 3 uur aan de telefoon. Hij vroeg of ik de muzikanten kon krijgen en een band kon samen stellen. Dat deed ik. We praatten ongeveer 3 uur lang over verschillende onderwerpen.

Was het Elvis zelf die jou belde?
Hij belde mij. Eén van z’n openingszinnen was: James, ik keek altijd naar de Ozzie and Harriet show om jou gitaar te zien spelen en om Ricky te horen zingen aan het einde van de show. Dat was nogal interessant, de King of Rock ‘n’ Roll die naar mij op tv keek.

Dus jij bracht een band samen?
Ja.

En je belde mensen met wie je al had samengewerkt.
Ja, ik had met Jerry Scheff in de studio gewerkt en ik kende Glen Hardin, hoewel hij niet de eerste pianist was. De eerste pianist die ik aannam was Larry Muhoberac. Larry en ik werkten aan een album met Shorty Rogers, een jazz-muzikant. Larry was nieuw in de stad, dus we spraken af. Toen ik Elvis vernoemde, zei hij dat hij heel geïnteresseerd was. Dus ik nam hem aan. En Ronnie Tutt, de drummer, die destijds in Dallas woonde. Ik had audities opgezet en Ronnie gevraagd om te komen, en auditie te doen, zodat we hem konden horen. Ik kende de andere drummers en hoe hij speelde. Wat ik koos is waar we uiteindelijk mee verder gegaan zijn. Elvis zei dat het mijn keus was, wat ik wilde.

De band heet nu The TCB Band, maar noemde Elvis het ook The TCB Band?
Ja. Hij had de TCB-ketting verzonnen en toen besloot hij dat het een goede naam voor de band zou zijn. Hij had ook een TLC-ketting: Tender Loving Care.

De allereerste show, 31 juli 1969. Elvis was wellicht nerveus als maar zijn kon?
Ja, dat was leuk. We stonden backstage in het International Hotel en hij was heel nerveus en kwam naar mij toe en zei: ‘James, I am as nervous as a three armed paper hanger’. Ik weet niet of ik wel het podium op kan.’ Ik zei dat als hij het podium op zou gaan, het zou aanvoelen als thuis. Net als zijn woonkamer. En dat was ook zo. Toen hij het podium opliep was de angst weg.

Vond je de show zelf goed?
Zeker. Het was ongelofelijk, de opwinding en de energie, de uitstraling die Elvis altijd had. En het publiek en de manier waarop zij hem accepteerde: ongelofelijk.

In de latere jaren werden de shows wat rustiger, wat gematigder dan de eerste show.
Ja, dat gebeurt met alles. Na een tijdje is het alsof je naar een film kijkt. Als je het 150 keer hebt gezien… de opwinding en de energie is er nog, maar het volume is wat gedempt.

Meteen na de show van 31 juli, heb je Elvis toen gezien? Zag je de reactie toen hij backstage kwam, hoe hij de show had beleefd? Sprak hij erover?
Hij sprak er zeker over. ‘Dit hadden we niet moeten doen, dat hadden we wel moeten doen.’Dat soort dingen. Hij sprak altijd over de reactie op verschillende liedjes vanuit het publiek. Hij zocht ook constant naar manieren om dingen te verbeteren of te veranderen. Hij was altijd heel erg bezig met het muzikale gedeelte van de show. De energie was erg belangrijk voor hem. Zelfs zijn ballads waren sterk en krachtig. En gevoelig. Elvis had een ongelofelijk gevoel wat niet echt te verklaren is. Het komt uit zijn hart en in elk lied dat hij deed legde hij een stukje van zijn ziel.

James, nog één laatste vraag: als je luistert naar de opnames van de eerste opgenomen shows, Elvis in Person wat in ’69 opgenomen is: men zegt dat de opnames nooit de echte sound van de show wisten vast te leggen, dat Elvis veel beter live klonk dan op het album. Vind je dat ook? Was er een verschil tussen wat er op het album te horen was en wat er live te horen was?
Niet echt. Elvis klinkt altijd als Elvis voor mij, of het nu live of op plaat was. Er was misschien één uitzondering: we deden een goede show in Madison Square Garden in New York, maar de show was langer dan er op één LP gezet kon worden. De Colonel had toen het idee om de opnames een beetje te versnellen, om het tempo te verhogen. En dat zou Elvis’ stem veranderen en het geluid van de instrumenten. Dat is wat ik heb gehoord dat er gebeurd was.

Zodat alle muziek op één album paste.
Ja, zodat het allemaal paste, zonder iets weg te moeten laten. De Colonel wilde alles erop hebben en het versnellen.

Dank je, James.

gepubliceerd op 01 december 2008 door Ron Rutten.
Overname van dit artikel is toegestaan mits met bronvermelding: www.elvismatters.com. ©2008.
 
Follow ElvisMatters on Twitter
FTD 5" - Chicago Stadium