magazine_cover
© 2007-2024 Elvismatters vzw
Elvis and Elvis Presley are Registered Trademarks of Elvis Presley Enterprises Inc.
ElvisMatters is an officially recognized Elvis Presley Fanclub.
   
 
Songschrijver Mark James: ''Elvis was de enige die van elk nummer een hit kon maken''
 
Songschrijver MARK JAMES:

“Elvis was de enige die van elk
nummer een hit kon maken”


Het blijft verbazen: sommige ‘vage vrienden’ van Elvis worden letterlijk plat-geïnterviewd in magazines en clubbladen, terwijl de échte steunpilaren in de carrière van the King even vaak vergeten worden. Iemand die zelden of nooit in de schijnwerpers treedt, is bijvoorbeeld Mark James (63). Zonder hem géén “Raised on Rock”, géén “Moody Blue”, géén “Always On My Mind”, géén “It’s Only Love” en – erger nog – géén “Suspicious Minds” die Elvis in 1969 weer naar de top van de hitparades bracht. Maar wat voor anderen onmogelijk lijkt, is net onze ambitie: Elvismatters zocht én vond het muzikale genie Mark James voor een exclusief interview.

Door Peter VERBRUGGEN


Ieder van ons heeft wel z’n top-5 van absolute favoriete Elvis-nummers. Natùùrlijk zijn ze alle 645 goed, maar die enkele singletjes zijn toch net iets beter dan de rest. In mijn geval zit “Moody Blue” al jaren in die Top-5 vastgespijkerd. Mark James ontmoeten, was dan ook een bijzonder moment voor me. Niet alleen omdat zijn pen de beste seventies-songs schreef die Elvis opnam, maar vooral omdat de man zo ontwapenend eerlijk en eenvoudig is. Ik ontmoette Mark in Memphis, waar hij in één van de donkere kroegen van Beale Street een solo-optreden gaf aan de keyboards. “Een interview voor de nieuwe Belgische fanclub? Met alle plezier!”

Laat ik maar meteen eerlijk zijn: ik ben een ontzettend grote fan van uw werk. Bij me thuis hangt het muziekblad van “Moody Blue’ tegen de muur, en één van mijn mini-verzamelingen zijn de originele singles van ‘Moody Blue’….

Mark James: (onderbreekt) Werkelijk? Da’s fantastisch. Wat is de zeldzaamste persing die je hebt?

Een “Moody Blue” op 78-toeren, geperst in Canada.

James: Wow, bestaat die dan? Daar heb ik nog nooit van gehoord. Ik dacht dat de 78-toeren alleen in de fifties gemaakt werden? Ik weet dat veel van de nummers die ik voor Elvis schreef populair waren in Afrika, en dat ze daar tot laat in de jaren zestig 78-toeren platen persten, maar dit is toch wel heel apart. Right on! Wat wil je weten?

Eerst iets over jezelf. Je bent geboren in 1940, op 19 november.

James: Juist. Eigenlijk heb ik Europese roots. Mijn vader was afkomstig uit Italië, maar mijn moeder groeide op in Texas. Ik denk dat mijn ouders me de muziek met de paplepel hebben ingegeven. Eén van de eerste cadeautjes die ik van hen kreeg – tenminste van diegene die ik me nog kan herinneren – was een viool. Vader vroeg of ik er wilde op leren spelen. Waarom niet? Het klonk lekker, en ik had er aanleg voor. Ik heb zo’n zes, zeven jaar redelijk intensief geoefend op viool. Ik leerde muziek lezen en schreef zelfs wat melodietjes. Tot ik de ‘andere’ muziek ontdekte: gitaar-nummers waarbij de snaren omlaag getrokken werden zodat de sound vervormde. Dàt vond ik pas fantastisch. Van toen af wist ik dat de gitaar m’n nieuwe partner zou worden.

Nam je zelf ook singles op?

James: Zeker. Ik was amper 18 toen we voor het eerst in de studio doken. Ik had een groepje bijeengebracht, “Fracis Zambon and the Naturals” – Zambon is mijn echte naam – en we namen vrij vlug onze eerste single op. Dat was “Jive Note”. De plaat deed het niet slecht, maar ze verkocht alleen heel lokaal. Mijn eerste grote hit, nu ja, was “Running Back”, dat ik opnam met het Mark James Trio. In 1964 kwam daar “She’s Gone Away” bij, tot ik opgeroepen werd voor het leger. Nadien woonde ik een jaar in Houston, Texas en toen kreeg ik een baan aangeboden bij de ‘American Sound Studio’s’.

Waar je carrière pas echt zou beginnen.

James: Juist. Ik leerde er BJ Thomas kennen, en samen deden we “Hooked on a Feeling”. Dat ken je vast (zingt de titel). Dat was het begin. Mijn eigen platen verkochten nauwelijks, maar ik voelde blijkbaar aan wat hitsongs waren, en welke niet.

Je zegt zelf dat je eigen platen nauwelijks verkochten. Dat was ook het geval met “Suspicious Minds”. Niemand die nog weet dat je de single aanvankelijk zelf uitbracht, terwijl het nummer ondertussen bijna 100 miljoen keer over de toonbank gegaan is in allerlei versies – tot en met die van de Fine Young Cannibals toe.

James: Ik wist de dag dat ik “Suspicious Minds” schreef, dat dit een dijk van een plaat was. Maar op één of andere manier gebeurde er niks toen ik het uitbracht – destijds nog op het Scepter label. Niemand was geïnteresseerd in mijn opname. Frustrerend hoor, voor een artiest die moest leven van z’n muziek (lacht).

Elvis zag er wél brood in.

James: Ik geloof niet in toeval. Toen Elvis een paar maanden later naar de American Sound Studio’s kwam om er een nieuwe LP op te nemen, wist ik gewoon dat “Suspicious Minds” voor hem gemaakt was. Ik zorgde ervoor dat hij het nummer via Chips Moman, mijn producer, te horen kreeg en de rest is geschiedenis. Elvis vond de melodie oké, én de tekst. Hij nam mijn single mee naar huis, en speelde het voor Priscilla en de rest van z’n vrienden. Hij was meteen verkocht. Het zou z’n grootste hit worden.

Maar niet de enige.

James: Neen. En weet je wat me nog het meest plezier doet? Dat alle nummers die ik schreef, op single zijn uitgekomen. Da’s de mooiste beloning voor elke schrijver: erkenning voor je werk. En bij Elvis kwam er nog iets anders bij: hij liet de nummers klinken alsof hij ze zelf geschreven had.

Was je erbij toen Elvis “Suspicious Minds” opnam?

James: Dat had gekund. Ik werkte immers in de studio in 1968. Maar ik ben bewust weggebleven. Ten eerste was Elvis de nummer één-ster ter wereld, en dan ‘hang je niet zomaar rond’, en ten tweede wilde ik hem niet extra op de vingers kijken. Ik was een pak jonger dan hem, maar het zou niet leuk voor ‘m geweest zijn als de schrijver van het nummer ook nog eens de opnames bijwoonde. Hij had al druk genoeg. Ik heb het resultaat pas weken later gehoord – en dat was fenomenaal. De manier waarop Elvis het nummer interpreteerde, leek heel erg sterk op mijn manier. Dezelfde arrangementen, enzo. Maar er was dat tikje extra talent. Elvis was de enige die eender welk nummer kon omtoveren tot een hit. Mijn single flopte grandioos, en zijn opname zoefde in één trek door naar de nummer één plaats. Dat zegt genoeg.

Maar je ontmoette Elvis wel?

James: Sure. Meerdere keren. Ik kreeg verschillende uitnodigingen om hem backstage te ontmoeten na een show. Dat was zijn manier om me te bedanken, denk ik.

“Suspicious Minds” was dan ook dé show-topper in de seventies.

James: Je moet eens nagaan op hoeveel live-LP’s dat nummer terechtgekomen is. Elvis liet er zich helemaal in gaan. ’t Is een nummer dat je eindeloos lang kan rekken, met al die tempowisselingen en plotse versnellingen, zonder te vervelen. By the way, dat speciale fade out-einde was zijn idee, niet het mijne.

“It’s Only Love” deed het dan toch weer minder in de hitlijsten.

James: Dat was de tweede song die Elvis van me gebruikte. Die lag al jaren in de kast. Weet je nog dat ik je daarnet sprak over “Hooked on a Feeling”? Dit was eigenlijk de opvolger van die song. Elvis hoorde het, en wilde het opnemen: zo eenvoudig was dat. Maar ik zou niet zeggen dat het een flop was. Ik heb er zelfs een platina plaat voor gekregen, zó slecht was het dus niet (lacht), maar Elvis nam het niet op in z’n live repertoire: daar zit het verschil.

“Raised On Rock” dan, opgenomen in de Stax Studio’s. Ik las ergens dat Elvis de tekst liet veranderen.

James: Weet je, van alle nummers die Elvis opnam, was dit wellicht de enige die echt voor hem geschreven was. Met “Always On My Mind” probeerden we gewoon een hit te hebben. Willie Nelson scoorde er zelfs een nog grotere hit mee dan Elvis. Ik krijg soms de vraag te horen hoe het kan dat Elvis het nummer van Willie opnam, terwijl die pas in de jaren ’80 scoorde met het nummer… Maar “Raised On Rock” was voor Elvis. Er zat die autobiografische toets in, maar die was zo algemeen dat het voor iedere zanger van onze leeftijd gold. Ik schreef “I remember as a child I used to hear… Some call it Folk, some call it Soul, but let me tell you it was Rock ‘n’ Roll…” terwijl ik aan de eerste rock ‘n’ roll-songs dacht, zoals “Hound Dog”, maar dan in de versie van Mama Thornton. Ik wou een sfeerbeeld brengen van toen, en niet zijn leven beschrijven.

Maar Elvis veranderde de tekst wel.

James: Ja, laat ons zeggen: hij paste het wat aan. Oorspronkelijk had ik geschreven: “While I was in the back room diggin’ the Stones…” Elvis was geen Stones-fan, denk ik. Hij veranderde het in “While I was in the back room rockin’ on”. Het paste beter bij hem. Ik had er hoegenaamd geen moeite mee. Zo groot is mijn ego nu ook weer niet.

Je zou zelfs kunnen zeggen dat je samen met Elvis dat nummer geschreven hebt…

James: Hahaha, da’s goed gezien.

Maar dat deed Elvis wel vaker. Bij “Good Time Charlie’s Got The Blues” liet hij “I take the pills to ease my pain, can’t find the thing to ease my brain” zelfs helemaal weg. En dat is óók een Stax-song.

James: Ja, maar dat is het recht van de artiest. Iemand die een nummer wil brengen op een manier dat hij erin gelooft, moét links en rechts wat schaven. Ik denk dat je nog honderden nummers kan opnoemen waar Elvis z’n eigen interpretatie aan gaf. Da’s maar logisch. Elke grote artiest doet dat, hoor.

Over naar “Moody Blue” dan: de laatste hit die Elvis scoorde bij leven.

James: Die kan je een beetje vergelijken met “Suspicious Minds”, met dit verschil dat ik het nummer niet extra pushte via mijn producer. Net zoals “Suspicious Minds” probeerde ik het zelf eerst uit op single, maar opnieuw zonder veel succes. Toen Elvis het opnam, was het meteen bingo.

Ik heb je originele versie – op het Mercury label – en het valt me op dat beide songs haast identiek zijn.

James: Elvis vond het nummer perfect. Hij veranderde er niets aan, en kopieerde het noot per noot. Zelfde arrangementen, zelfde solo, zelfde instrumenten. Als hij een nummer goed vond, nam hij het gewoon over. Voor mij is dat het beste bewijs dat hij mijn stijl helemaal zag zitten.

Kom je nog wel eens in Graceland?

James: O jawel hoor, soms verschillende keren per jaar. ’t Is… anders dan vroeger. Maar de interesse in zijn muziek blijft toenemen. Elke nieuwe verzamel-CD die RCA uitbrengt verkoopt op een paar miljoen exemplaren: da’s toch ongelooflijk. Ik denk dat we nu pas, helaas zo lang na zijn dood, beseffen hoe groot de impact van Elvis Presley op de wereld werkelijk was. Of nee, schrijf maar: is. Dat is beter.

Dank je voor je muziek, mister James

James:You’re very welcome.

gepubliceerd op 01 december 2003 door Peter Verbruggen.
Overname van dit artikel is toegestaan mits met bronvermelding: www.elvismatters.com. ©2003.
 
Follow ElvisMatters on Twitter
FTD 5" - Elvis as recorded at Boston Garden '71