magazine_cover
© 2007-2024 Elvismatters vzw
Elvis and Elvis Presley are Registered Trademarks of Elvis Presley Enterprises Inc.
ElvisMatters is an officially recognized Elvis Presley Fanclub.
   
 
De meest ontwapende lach ter wereld
 
Wat is de magie van Elvis? Wie het weet, mag het zeggen. Zelfs duizenden biografieën bieden geen antwoord op die vraag. Maar één ding is zeker: Elvis had àlles mee, tot en met zijn aanstekelijke lach. Wie de lachversie van “Are You Lonesome Tonight” nog eens beluistert, zal het met ons eens zijn: niemand kan daar tegenop. Of zoals producer Don Vogel het al zei: “De lach van Elvis was ontwapenender dan een atoombom.” We sprokkelden enkele reacties.


Bewerking: Geert Van Lommel



Drummer Ronnie Tutt:
“Hij hield evenveel van lachen dan hij van het leven hield. Elvis had een enorm gevoel voor humor – je zag z’n ogen fonkelen als er iets grappigs gebeurde, en zeker als hij er zelf iets mee te maken had, wat doorgaans het geval was. Het was fantastisch om samen muziek te spelen, maar het was ook geweldig om samen te kunnen lachen.”
Elvis hield ervan om op een speelse manier het idee dat mensen over hem hadden overhoop te halen. Er zat nooit enige kwade bedoeling in z’n grappen, alleen kwajongensgedrag. Hij was een man vol contrasten die zeer rijp, intelligent en sereen kon zijn in zijn diepe beleving van Leven en Geest, maar tegelijk z’n vlucht nam tot humor. Ik geloof echt dat hij het onbewust gebruikte als middel om anderen de echte vreugde van het leven bij te brengen.”

Larry Strickland, The Stamps:
“Hij lachte liever dan te eten, denk ik.Vaak zorgde hij ervoor dat je dubbel op de grond lag van het lachen....Ik zal het voorval met Tony Brown nooit vergeten. Tony speelde piano voor Elvis nadat Glen Hardin vertrokken was. Tijdens de eerste sessie die we deden, zat Tony daar gewoon met zijn mond wijd open. Hij kon niet geloven wat er gebeurde want Elvis lag daar op de vloer vlak bij hem, in een deuk van het lachen. Ik bedoel: dit is wel Elvis hier op de grond. Ik geloof dat we die avond aan het praten waren over Roadrunner tekenfilms; iedereen vertelde over verschillende filmpjes die ze hadden gezien.”

John Lennon:
“Het was zijn gevoel voor humor dat me altijd is bijgebleven. Hij lachte graag en bracht ook anderen graag aan het lachen.”

Gordon Stoker, The Jordanaires:
“Er is een disc jockey in Londen die ons vertelde over hoe hij Elvisfan werd. Hij zei ons dat hij nooit fan was geweest, tot hij Elvis hoorde lachen op “Are You Lonesome Tonight” uit 1969. Zo zei hij ons: ‘Ik wist toen dat iemand die op een zodanige, oprechte manier kon lachen een fantastische kerel moest zijn.’”

Wanda Hill, auteur:
“Ik herinner me een voorval met een waterpistool dat Elvis bij zich droeg, toen ik nog op de postafdeling van MGM werkte, in de sixties. Elvis kwam binnen met een pistooltje en besloot dat ik een makkelijk doelwit was. Hij mikte even, en schoot een lading in mijn gezicht. Ik bekeek hem, verbaasd, en zonder er bij na te denken wie hij was, greep ik een papieren beker met smeltend ijs van een Cola en gooide die in zijn richting. Het raakte hem op zijn borst en het gutste in zijn gezicht. De expressie op zijn gezicht zou miljoenen waard zijn geweest in een film! Hij was verstomd en sprakeloos. Gedurende een paar seconden dacht ik zeker dat hij me zou vermoorden, omdat zijn expressie veranderde van shock naar verrassing, en toen naar boosheid. Hij bedaarde langzamerhand en zijn knappe gezicht begon te glimlachen. Hij gooide zijn hoofd naar achter en lachte. Dan, terwijl hij het ijs van zich af wreef en langzaam zijn waterpistool oprichtte, voeten uit elkaar en één heup naar buiten, draaide hij zich lichtjes en met de gemeenste en dodelijkste blik die ik ooit zag richtte hij naar mijn hart en vuurde zijn waterpistool. Wel, het was bijna leeg en de straal druppelde slechts naar me toe. Dat deed het ‘m helemaal; we vielen lachend over de toonbank. Elvis ging weg om bij te vullen en ik ging weer aan het werk, nat, maar overtuigd dat Elvis de meest bijzondere man was die ooit op de MGM-set was binnengestapt.”
"Later in de seventies, toen ik op een dag verbleef in het Hilton Hotel, was ik buiten wat frisse lucht aan het happen toen ik een groepje mensen zag staren naar het dak van het hotel. Benieuwd ging ik naar hen toe en keek omhoog. Door de lucht vlogen verschillende kleine papieren vliegtuigjes en bovenaan op de 30ste verdieping was een klein mannetje te zien dat naar ons wuifde. Het bleek Elvis te zijn, die zijn verveling verdreef met papieren vliegtuigjes en het kijken naar de mensen die ze achterna liepen – tenslotte had Elvis Presley ze aangeraakt! Wat ik niet wist is dat hij ook berichtjes had geschreven op de vliegtuigjes. Wartaal eigenlijk, en hij lachte als mensen ze vonden en lazen wat er op stond, terwijl hij met zijn verrekijker toekeek.”

Glenn D. Hardin, pianist
“Elke show met Elvis was anders. Het enige wat we zeker wisten, was dat hij niét de afgesproken volgorde zou aanhouden. Ik probeerde altijd oogcontact te houden, en van zodra ik die pretlichtjes zag, wist ik dat er wat zou gebeuren. De ene keer hield hij een beker achter zich – waar ik meestal slachtoffer van werd – de volgende keer probeerde hij de band te snel af te zijn door een ongerepeteerd nummer in te zetten. En als iemand ondergoed of sjaaltjes op het podium gooide, wist JD Sumner dat hij het ondergoed op z’n hoofd zou geplaatst krijgen… Dat was Elvis: het interesseerde hem geen zier of zijn ‘imago’ overeind zou blijven of niet. Hij wou zich amuseren, en wilde dat iedereen ‘fun’ had. Dat is de kracht van zijn shows, denk ik.”

Jerry Scheff, bassist
“Ik kon me geen aangenamere en vriendelijkere baas voorstellen dan Elvis Presley. Op één voorwaarde: de grappen moesten van hem komen. Zekere avond, in het Hilton Hotel, zette hij ‘Just Can’t Help Believin’” in, zo’n orkestraal nummer met een loeihard einde waarbij Elvis steeds karate-bewegingen uithaalde. Nu hadden we met de band afgesproken dat we dat Grote Einde niét zouden spelen. Ronnie zou enkel één keer een zacht tikje tegen een cimbaal geven. Op het moment dat Elvis z’n karate-beweging begon, deed de band en het orkest precies wat was afgesproken: er kwam één zacht tikje. Elvis draaide zich om, keek verbaasd en riep ‘Als ik binnen de 2 seconden niet het grootste einde krijg dat ik ooit heb gehoord, spelen jullie morgen bij Tom Jones! Wees maar zeker: de showroom daverde op z’n grondvesten. Elvis vond het fantastisch, maar we hebben de stunt toch nooit meer herhaald.”
“Eén keer had ik zelf een grap voorbereid. Elvis kwam tijdens de introducties immers naar me toe, en vroeg steeds ‘wat ga je spelen, Jerry’? En dan antwoordde ik: ‘De Blues’. Dat was een beetje routine, op de duur. Dus had ik me voorgenomen om die avond te antwoorden: “De piano”. Ik had met Glenn D. al afgesproken dat ik dan achter de piano zou plaatsnemen. Ik wilde kost wat kost de reactie van Elvis zien. Vraag me niet wààr hij het gehoord had – maar die avond, terwijl ik mijn bassgitaar klaarhad om weg te zetten, kwam hij naar me toe en zei: ‘Play the Blues, Jerry”. Daar stond ik, wat kon ik anders doen dan de blues te spelen…?”

Joe Guercio, dirigent
“Ach, er zijn duizenden voorvallen te vertellen. Elvis hield van het leven, en het leven dat was voor hem: plezier hebben. Zo vertelde ik begin jaren ’70 aan een reporter van de Las Vegas Sun dat het niet makkelijk was om Elvis te begeleiden. Ik zei letterlijk: ‘het is alsof je een stuiterende knikker moet volgen’. Eén dag later, na de show, trok ik de deur van mijn kleedkamer open en honderden knikkers rolden buiten, de trap af. Bleek dat Elvis er 2000 had laten leveren…”

gepubliceerd op 01 maart 2005 door Peter Verbruggen.
Overname van dit artikel is toegestaan mits met bronvermelding: www.elvismatters.com. ©2005.
 
Follow ElvisMatters on Twitter
FTD 5" - New Year’s Eve